Een taalgrapje over het gedane recherchewerk, zo omschreef een politierechter vrijdag de beschrijving ‘doorneuzen’ in het politiedossier nadat aan de Steenstraat in Losser een hennepgeur was geroken.
Op het desbetreffende adres was toen Tesfamariam K. woonachtig, een 53-jarige man uit Eritrea. Hij verklaarde in Duitsland door een Arabische man te zijn aangesproken, waarna in zijn woning een hennepkwekerij werd aangelegd. “Ik zou 8.000 euro krijgen. Maar het kostte me juist geld. Ongeveer 1.500 euro aan Domijn en iets van 3.500 euro aan Enexis.”
Buren hadden geklaagd over een indringende geur, lijkende op die van hennepplanten. Agenten gebruikten een warmtecamera en daarop was te zien dat de temperatuur op de bovenverdieping een stuk hoger was dan elders. Een inval volgde en zo werden 282 hennepstekken, verdeeld over twee ruimtes, aangetroffen.
Naar eigen zeggen wist K. alleen dat er op de bovenverdieping planten stonden, maar niet welk soort. Hij had zijn woning uitsluitend ter beschikking gesteld en verder niets meegekregen. Onaannemelijk, zo kwalificeerde het Openbaar Ministerie dit verweer. “U woonde al 8 jaar in Nederland en zulke hennepkwekerijen zijn constant in het nieuws”, aldus de officier van justitie. Ze stelde dat K. om de tuin was geleid en ‘gebruikt’. “Ik kan me de zorgen bij buren ook wel voorstellen, aangezien het gaat om een tussenwoning en er al eens een stroomstoring is geweest. Ik kom uit op een taakstraf van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk als stok achter de deur met een proeftijd van 2 jaar.”
De rechter zag het iets anders. Hij vond wel degelijk bewezen dat K. zelf verantwoordelijk was voor de kwekerij, ook al waren anderen wellicht bezig geweest met de inrichting ervan en de aankoop van benodigde spullen. Diefstal van stroom was echter te weinig bewijs voor. Ook de opgelegde straf wijkt iets af van de eis: 120 uur, waarvan 80 voorwaardelijk. Dit betekent dat hij 40 uren vrijwilligerswerk moet uitvoeren onder toezicht van de reclassering.
Zowel het OM als de inmiddels in Oldenzaal woonachtige K. hebben nog veertien dagen de tijd voor een eventueel hoger beroep.
