In het nieuwe onderkomen van de voedselbank in Losser is vanavond door wethouder Anja Prins een honderdtal zogeheten fashion cheques uitgereikt.
De cliënten van de welzijnsinstelling ontvangen deze waardebonnen komende vrijdag, dezelfde dag als waarop ze wekelijks een voedselpakket ophalen. “Woensdag en donderdag is het hier altijd een drukte van belang. Dan worden hier de meeste voedselwaren binnengebracht”, weet voorzitter Jos in ’t Veld van Voedselbank Losser. “Gelukkig werken we samen met andere voedselbanken in de wijde omgeving, zodat er eigenlijk nooit een tekort aan iets is. Verder is er in Deventer een depot, één van de acht in Nederland van Voedselbanken Nederland.”
Schaamte
Coördinator armoedepreventie Mendy Versteeg deelt ook soms pakketten of andere hulpgoederen uit. “Soms durft men het écht niet aan om naar zo’n plek te gaan. Dan geef ik ze spullen en dan straalt het geluk van de mensen af. Met kerst of andere dagen krijg je dan opeens een foto. Zo van ‘kijk, de kinderen zijn eindelijk weer in de kleren’. Heel bevredigend is dat. Daar is waar we het uiteindelijk voor doen: menselijk geluk, de glimlach op het gezicht van een kind.”
Tot maximaal 110-130% van het wettelijk vastgelegde bestaansminimum zijn individuen, stellen en gezinnen welkom. “Op dit moment zijn het er 50, maar we hebben ook wel 72 cliënten gehad. Met zo’n 60 vrijwilligers worden zij bediend”, aldus In ’t Veld. “Daarnaast houden we regelmatig acties. Zoals laatst nog bij een supermarkt in De Lutte. Buiten flyeren met een soort boodschappenlijstje. Een ondernemer kwam naar buiten met een grote pot pindakaas. Zo, zei-ie, om die pindakaaspot in de kar te zetten. En vervolgens stopte hij nog 50 euro in de fooienpot. Mooie dingen zijn dat…”
Fashion cheques
De waardecheques voor minderbedeelden, die iedereen overigens gewoon in een winkel kan kopen, vertegenwoordigen elk 100 euro. Dit bedrag kan in reguliere winkelbedrijven uitgegeven worden. Wethouder Prins benadrukte het belang van een lokaal netwerk, bijvoorbeeld richting ondernemers die regelmatig doneren, maar ook een gemeentelijk vangnet. “Dan is men redelijk snel in beeld en kunnen we hen zo snel én goed mogelijk helpen.”
In ’t Veld zei dat een cliënt binnen 3 jaar het voedselprogramma dient te verlaten, maar dat dit in sommige gevallen (10%) niet lukt. “Sommigen denken weleens dat het een recht is, zo’n pakket. Maar dat is natuurlijk niet het geval. Je kunt in aanmerking komen. En daar moet je wel wat voor doen. Iemand krijgt een intake en er worden dingen bij de gemeente gecontroleerd.”
